Mijn zoon en ik hebben beide een nieuwe identiteitskaart nodig. We laten eerst nieuwe pasfoto’s maken, daarna gaan we naar het gemeentehuis. De vrouw achter de ontvangstbalie ken ik: ze is ruim een jaar mijn collega geweest. We maken even een praatje over haar werk, bekende collega’s en wisselen nog wat vriendelijkheden uit.

Dan ziet ze de tiener naast me staan, die zich duidelijk verveelt. “Is dat nu je zoon?, vraagt de vrouw iets te luid. Ik knik. “Nou, je lijkt sprekend op je moeder hoor,” zegt ze. Mijn zoon en ik kijken elkaar verbaasd aan. Lachend lopen we en ik naar de afdeling burgerzaken. We hebben haar maar niet uitgelegd dat ik zijn biologische moeder niet ben.