Ik staar naar de rommel in de tuin en bedenk dat er hoognodig opgeruimd moet worden. De tafel onder het afdak staat vol met allerhande troep die zelfs een rommelmarkt onwaardig zijn. Allerlei oude bloempotten, een kapotte standaard, verroest tuingereedschap, een oude hamer en een vieze pluche beer waar de hond wel eens mee speelde.

Ik pak de bloempotten en loop naar de vuilnisbak om ze te dumpen. Als ik me weer omdraai zie ik een vogeltje voorbij scheren, die op de tafel landt. Ik wacht maar even, dan kan het zijn gang gaan. Vol overgave plukt het beestje stukjes van het pluchen beertje en vliegt er mee weg. Ik zie in gedachten een wel heel luxe nestje en besluit dat de beer mag blijven.