In de koffiepauze zit onze stagiair vreselijk snel op zijn telefoon te tikken. “Zeg, zit je je mobiel te mollen?”, vraag ik hem. “Nee, ik zit een spelletje te doen”, verklaart hij, “je moet dan zo snel mogelijk zo veel mogelijk sushi snijden”. Verbaasd kijk ik hem aan. “En dat is leuk?” Hij lacht. “Ja, echt wel”.

’s Middags zitten we te lunchen met zijn allen. Mijn zoon, die net thuis gekomen is, vertel ik een beetje cynisch over het bijzonder interessante en vooral leuke spelletje van onze stagiair. “Oh, heb jij de sushi?”, roept hij enthousiast naar de andere kant van de tafel, “ik snij groenten met mijn mobiel”.