Een aantal jaren geleden kwam mijn geëmigreerde nicht een weekje langs met haar kersverse Canadese echtgenoot. Hij was zeer geïnteresseerd in onze cultuur, en zeker in de waterbeheersing. Vooral molens vond hij vreselijk bijzonder. Ze wilden graag eens van alles zien.

Ik plande een uitje naar Neeltje Jans, de Deltawerken zou mijn neef vast wel interessant vinden. Verder trokken we een dagje uit voor een lunch op de Euromast en een rondvaart door de haven van Rotterdam. We gingen pannenkoeken eten in Volendam en de volgende dag werden de 19 molens in Kinderdijk bezocht. Eentje hebben we van binnen bekeken.

Tijdens de lunch in het dorpje vertelde mijn neef hoe mooi hij Nederland vond. Enthousiast praatte hij over alle uitjes. Beleefd vroeg hij me of ik het niet vervelend vond om al die pracht-uitjes weer te bezoeken. Hij gokte dat ik toch alles toch al heel wat keren gezien moest hebben.
Ik moest hem eerlijk bekennen dat het ook mijn eerste keer was. Hij keek me verbijsterd aan.