Ze was alleen en zocht een beetje aansluiting. Drie woorden Engels sprak ze, en verder alleen haar moerstaal: Italiaans. Mijn Italiaans was iets beter dan haar Engels, maar niet veel. Toch trokken we veel samen op tijdens mijn vakantie in Italië. Een zelfverzonnen gebarentaal deed wonderen.

We praatten over mobieltjes, onze huizen en onze huisdieren. Uit haar tas kwamen foto’s die alles illustreerden. Ze liet me haar twee katten zien, twee prachtige grijze. “Sissy e Salerno”, wees ze. Ik wees op mezelf en zei: “Anche due gatti -ook twee katten-, Yuppie en Ovaia”.

Ze keek me verbaasd aan. Toen lachte ze een beetje. “You know Ovaia in Italiano?” Heel even begreep ik haar niet, toen pas besefte ik dat zij vrijwel de enige was die de naam van mijn kat begreep: Ovaia is Italiaans voor eierstok.