Als het erg warm is buiten, ga ik vroeg de tuin in met onze hond. Om zeven uur is het volkomen stil, alleen vogels kwetteren voortdurend. De duif die bij de buren haar nest heeft, vliegt luid klapperend voorbij.
Ineens hoor ik in de verte een koekoeksklok. “Wat vreemd”, denk ik, “wie heeft er nu nog een koekoeksklok?”. Dan besef ik ineens dat dit geen klok is, maar gewoon, een koekoek.
Ik mag dan al jaren ‘buiten’ wonen, ik blijf een stadsmens.