Mijn zoon komt thuis van muziekles. Op de terugweg, zo ongeveer veertig meter voor ons huis, heeft hij een bon gehad van een politieman. Zijn achterlicht deed het niet. Vol verontwaardiging vertelt hij zijn verhaal: “Mijn voorlicht deed het wel, en toen ik wegging deed mijn achterlicht het ook nog. De batterijen zijn onderweg leeg geraakt”. Ik zucht en pak de bon aan van veertig euro. We zullen maar weer betalen.

De volgende dag gaat de telefoon. Een man stelt zich voor als agent. En of mijn firma misschien wil doneren door middel van een advertentie in het personeelsblad van de politie. “Ik heb gisteren al gedoneerd”, antwoord ik nijdig.